In Blok 1 ben ik vooral oriënterend bezig geweest met mijn studiekeuze en met de keuzes die ik in het verleden heb gemaakt. Vandaar dat ik er een lopend verhaal van heb gemaakt.

 

Hoe ben ik tot de studie Bewegingstechnologie gekomen:

Heel mijn middelbareschooltijd heb ik getwijfeld of ik Havo aankon. Ik heb veel getwijfeld of ik niet toch naar het MBO moest gaan om daar een opleiding te volgen. Ik heb heel hard gewerkt om mijn Havo af te maken en toen ik eindelijk Havo-examen mocht doen ben ik gezakt. Dat was voor mij een domper. Toch ben ik doorgegaan met de Havo omdat ik er ontzettend goed voor stond; ik had 7ens en 8en op mijn lijst.
Omdat ik niet had verwacht dat ik zou zakken had ik al georiënteerd voor opleidingen en ik kwam Bewegingstechnologie tegen. Ik heb meegelopen, open dagen bezocht, andere opleidingen afgewogen en vergeleken (zoals ergonomie en verpleegkunde). Ook bij ergonomie en verpleegkunde heb ik open dagen bezocht. Bewegingstechnologie leek mij het leukst en sprak mij het meest aan omdat de opleiding technisch is (verpleegkunde viel om die reden af) maar ook erg creatief door in de werkplaats bezig te zijn (ergonomie viel af) en sociaal gericht is omdat je met mensen aan het werk bent.
Helaas kon ik dus niet meteen beginnen aan deze opleiding. Ik wilde graag Bewegingstechnologie doen en ik ben dus naar het Vavo (volwassen onderwijs) gegaan in Haarlem. Daar was het leerproces enorm zelfstandig waar ik wel aan moest wennen. Ik heb daar enorm veel geleerd en ik ben overtuigd dat het jaartje Vavo mij een voorsprong heeft gegeven voor deze studie. De opdrachten werden niet nagekeken maar ik heb wel elke opdracht nabesproken of nagekeken via een antwoord model. Hierin zie ik zeker een stukje ondernemende houding 8.5 terug omdat mijn medestudenten daar allemaal lak aan hadden. Aan het einde van het jaar aan de Vavo ben ik toch geslaagd voor mijn Havo diploma met een 7,1 voor natuurkunde en een 7,2 voor wiskunde wat bewees dat ik het niveau wel in mij had. In dit verhaal heb ik de regie gehad over mijn studie. Ook heb ik een kritische onderzoekende houding getoond door steeds de afweging te maken of ik naar het MBO moest of nog een jaar Havo. Ik heb MBO opleidingen bekeken zoal instrumentenmaker of de patisserie opleiding. Ik heb een ondernemende houding aangenomen door veel met docenten hierover te praten op het Vavo maar ook ben ik terug gegaan naar de decaan van mijn middelbare school. Ik heb met haar goede gesprekken gevoerd, ook heb ik nog eens contact met mijn Nederlands docent van de middelbare school omdat ik haar heel fijn vond om mee te praten en zij mij ook goed kent. Overigens heb ik met mijn Nederlandse docent en mentor ook een eindgesprek gehad over ‘hoe nu verder’ en ‘wat wil ik’.
Over het internationale en interculturele perspectief heb ik nog niet zoveel ervaringen.
Wel reflecteer ik redelijk goed over waarom ik een keus gemaakt heb. Ik hou erg van gedragstudie: 'waarom reageren mensen zoals ze reageren?', 'hoe nemen ze een gedrag aan', 'wat zit er schuil en kan ik, als die persoon problemen heeft, diegene helpen?'. Hierin zit ook een stuk reflecteren: ‘waarom kan ik diegene wel helpen en had die dat zelf niet kunnen doen?’. Ik hou van observeren en ik doe dat redelijk automatisch. 
Op de middelbare school was er in het derde jaar een cursus die je kon volgen: mediation. Mij leek dat enorm gaaf en dat heb ik ook gevolgd. Hierin voer ik een stukje regie en neem ik een ondernemende houding aan. Ik heb veel van deze cursus geleerd en ik denk dat ik daardoor ook heel goed ruzies of meningsverschillen op kan lossen.

Een perfect voorbeeld hiervan is een situatie die zich voordeed tijdens het loopfiets project. Ik zat in een gemotiveerd groepje met nogal wilskracht om kosten wat het kost het beste cijfer te behalen. Ik had andere prioriteiten. Ik ben enorm vóór om goed en hard te werken maar ik vind gezelligheid en een prettige werksfeer net zo belangrijk dan een goed cijfer. In de eerste drie dagen merkte ik al dat het voor mij niet goed voelde hoe er te werk was gegaan en ik wilde er iets aan veranderen. Ik ben een gesprek aangegaan met alleen mijn project groep en gezegd hoe ik de groep vind, hoe we te werk gaan, hoe de samenwerking is, wat mijn rol is in deze groep en hoe ik gehoord wordt. Na een half uur gesproken te hebben zijn we weer met goede moed aan het project begonnen en ik zag enorme vooruitgang. Ik was daar blij mee want daardoor heb ik ook een ondernemende houding en regie gevoerd en gereflecteerd maar ook een kritische houding aangenomen. 

De opdrachten van Solidworks vond ik erg leuk om te maken. Ik kon daar uren mee bezig zijn en de eindopdracht waarbij je een fiets moest maken vond ik dan ook gaaf om te maken.