Voor alle zeven onderdelen heb ik ervaring opgedaan door de vakken van Bewegingstechnologie te volgen.
Voor competentie 1 heb ik de vakken registreren, modelleren en analyseren gevolgd. Van deze drie vond ik analyseren het leukst omdat je meer inzicht krijgt over de gegevens die je hebt zonder dat je er heel veel technische vaardigheden voor moet beschikken. Zowel bij registreren als bij modelleren heb je het programma Matlab voor nodig en moet je veel code schrijven. Ik ben niet zo goed in scripts maken en daarom trekken die vakken mij ook niet zo aan. Echter heb ik wel alle toetsen gehaald van deze vakken waar ik best trots op ben. Dit betekent dat ik in de toekomst niet terug hoef te deinzen bij het registreren waar bijvoorbeeld Matlab gebruikt wordt. 

Bij competentie 2 praktijkgericht onderzoeken denk ik dat daar het onderzoeksproject van blok 4 het meest overeenkomt. De opdracht kwam vanuit het werkveld met de hoofdvraag: 'Is beweegactiviteit ook meetbaar met vragenlijsten zoals de IPAQ? wat is het verschil met de Omron of een andere activieitenmonitor?’. De opdracht kwam vanuit FAST@HOME dat een advies verwacht voor een betere revalidatie in het Sophia Revalidatie Centrum. Doordat dit onderzoeksproject echt met het werkveld te maken heeft vond ik dit een zeer leuke opdracht. Ik had het gevoel dat ik ertoe deed omdat het onderwerp en het doel heel realistisch is. Het project is een vervolg van een al eerder afgerond project dat een andere monitor gebruikte om beweegactiviteit weer te geven. De eerste jaars van de Haagse Hogeschool Bewegingstechnologie mogen een vervolg geven aan het project om een advies te geven aan de opdrachtgever. Dat maakt het ook meteen lastig omdat er nog geen antwoord is op de hoofdvraag. Met je projectgroepje moet je zelf het onderzoek uitvoeren dus er is nog geen goed of fout. Je begint dus echt vanuit het niets.
In dit project is er ook contact geweest met projectleiders en de opdrachtgevers om samen tot een oplossing te komen. Ik vond dit project zeer leuk en sluit meer aan bij wat ik wil doen dan modelleren.

Voor competentie 3 ontwikkelen sluiten alle vakken die ik gehad heb dit jaar enorm aan. Ik heb super veel geleerd en ik heb mij op alle fronten ontwikkeld. Dat zegt niet dat ik al uitontwikkeld bent want de komende 4 jaar (en daarna ook nog) ontwikkel ik mij nog veel verder. Ik ben denk ik het meest ontwikkeld op het gebied van een product maken of een onderzoek starten.
Toen ik aan deze opleiding begon had ik geen idee hoe je een project start (zoal onderzoek als ontwikkelproject). Het hele Grit en stappenplan voor ontwikkelproject snap ik nu en de stappen die je moet volgen om tot een goed ontwerp te komen zijn zeer belangrijk. Als ik een project begon dan had ik meteen al een einddoel in mijn hoofd hoewel er nog veel meer stappen vooraf horen te gaan. Ik denk dat ik op dat gebied wel het meest ontwikkeld ben. Het hele idee achter een Bewegingstechnoloog komt nu wat meer op zijn plek.
De vakken waarin ik het meest ontwikkeld ben zijn toch wel Anatomie, Biokinematica en het aanpakken van een project.
Ik ben enorm blij dat ik me nu al, naar mijn idee, zover heb ontwikkeld dat ik graag meer wil leren!

Voor competentie 4 onderzoeken/adviseren komt het project van blok 4 mooi van te pas. Het project begon enkel met een onderzoeksvraag waar na 10 weken onderzoek een advies gegeven moest worden. Het onderzoeksproject staat in het teken van onderzoeken en advies geven. Ook bij Anatomie komt onderzoeken en advies geven aan bod maar dan op een ietwat andere manier. Bij dit vak onderzoek je de skeletspieren en botten van het menselijk lichaam. Aan de hand van de palpatie kan er eventueel een advies gegeven worden.

Het onderzoeksproject vond ik erg leuk om te doen. Ik denk wel dat 10 weken nog aan de korte kant was om deze onderzoeksvraag goed te kunnen beantwoorden. De onderzoeksvraag kan nog veel verder uitgebreid worden voor FAST@HOME. De onderzoeksvraag van ons project was maar een heel klein deel van het totale onderzoek van FAST@HOME. Het lijkt mij leuk om in de toekomst een onderzoek uit te breiden zodat er echt een goed resultaat uit komt en er eventueel andere onderzoekjes uit komen.

Bij het project de loopfiets in blok 1 en de wijnschenker in blok 3 komt competentie 5 ontwikkelen en adviseren van te pas. De loopfiets en de wijnschenker was een ontwikkelproject waar een prototype uit voortgekomen is. Vooral bij de wijnschenker, die aangepast is voor een persoon met een handicap, kan er een advies gegeven worden. Is het prototype niet volledig aansluitend bij de proefpersoon dan kan er bijvoorbeeld een andere variant gemaakt worden. De momenten liggen bij elke wijnschenker anders en de ligging van bepaalde onderdelen is belangrijk voor de gebruiker.

Ik vond het leuk om een ontwikkelproject te doen omdat er aan het einde van het project een product staat en dat is vaak niet het geval bij een onderzoeksproject. 

Voor competentie 6 onderzoeken en coördineren komt weer het project van blok 4 terug. Deze competentie slaat alles op de samenwerking binnen een project. Bij het onderzoeksproject zijn er rollen verdeeld zodat de samenwerking beter zou verlopen. Ik was de voorzitter binnen mijn projectgroep. 

Bij de loopfiets en de wijnschenker waren er geen rollen verdeeld. Dit heb ik ook gemerkt tijdens het project. Omdat ik nu de samenwerking bij de projecten kan vergelijken snap ik nu dat rollen verdelen en goede afspraken maken cruciaal is voor een goede samenwerking. Dit is terug te zien in het resultaat. De samenwerking bij het onderzoeksproject gaat zo goed als perfect. Bij de loopfiets was er meteen op dag 3 al een discussie en dat hield zich 3 weken lang aan. Ook bij de wijnschenker was soms de communicatie niet al te best.

Omdat er bij de loopfiets en de wijnschenker geen rollen verdeeld waren kan ik nu goed zeggen dat het wel handig is om dat te doen. Deze ontwikkeling heb ik daardoor binnen het samenwerken wel bevorderd.

Bij competentie 7 ontwikkelen en coördineren geldt een beetje hetzelfde als bij competentie 6. Het is binnen projecten erg belangrijk om goede communicatie te hebben zodat de samenwerking goed is. Doordat de samenwerking goed is wordt het resultaat ook beter. Ik heb ingezien dat coördinatie erg belangrijk is.